Eindelijk was het zover, de herdenkingsdienst waar we zolang naar uitkeken. Het ziekenhuis organiseert elk jaar een herdenkingsdienst voor de kindjes die afgelopen jaar zijn overleden. In een
vorige blog schreef ik over waarom we er vorig jaar niet bij konden zijn.
Ergens was ik wel blij. Als we de herdenkingsdienst van vorig jaar niet hadden gemist, waren we er dit jaar niet meer bij geweest. Nu was het een goed moment.
We, mijn man en ik, wandelden door de gangen er naartoe. Als vanzelfsprekend dacht ik terug aan die laatste keer, die keer dat we 's morgensvroeg halsoverkop naar Kobie toerenden. We stapten in de lift, de lift die ik op 17 augustus 2010 met veel paniek tegenhield. Een man met een grote kar die toen stond te wachten op de lift, maakte ik duidelijk niet in te stappen en ons eerst te laten gaan. In tegenstelling tot toen stapten we nu heel langzaam. Rustig wilde ik alle indrukken absorberen. Vol ongeloof wandelden we door de gangen die vreemd maar ook vertrouwd aanvoelden. Waarom toch, waarom kennen wij dit gedeelte van dit ziekenhuis zo goed? Het gedeelte waar je liever niet mee te maken krijgt...
Er is veel volk voor de viering. Ai, helemaal achteraan zitten, daar heb ik geen zin in nu. Gelukkig is er vooraan verrassend veel plaats. We zitten op de tweede rij, niemand voor ons.
De viering begint. Al bij het eerste liedje ben ik meteen enorm geraakt. Een lied dat ik enkele weken voor het eerst hoorde en waarvan ik al wist het te gebruiken voor Kobie's tweede herdenking volgende zomer thuis:
My precious child:
De pastor legt uit dat op het podium een rivier is nagemaakt.
In die rivier zullen we straks
vaasjes in de vorm van een druppel plaatsen, symbool voor al de tranen die
vergoten zijn, maar die nu samenvloeien in één grote stroom.
Zoals wij hier ook samen zijn tot
troost van elkaar, tot steun voor elkaar.
Eerst werden we uitgenodigd een drijfkaarsje te komen aansteken dat je vervolgens in een schaal plaatste. Op die manier worden onze kindjes met liefde en warmte omringd.
Eén voor één werden de namen afgeroepen van de overleden kindjes. Ook de kindjes die zo klein waren dat ze geen naam droegen kregen een druppeltje. Zo kreeg de rivier meer en meer vorm, alles werd mooi verbonden met elkaar.
Op het einde van de viering mocht je het druppeltje van je kindje komen halen. Vele koppels zag ik naar voren komen. Het drong tot me door dat het allemaal jonge mensen zijn, net zoals wij. Jonge mensen met zo een immens groot verdriet. Ik voel dat we niet de enige zijn, ik voel verbondenheid en steun.